Vroegsignalering en risico-inventarisatie zijn twee belangrijke processen in de verpleegkunde. Het biedt de veiligheid en bescherming voor de cliënt. Wat kun jij als verpleegkundige of verzorgende betekenen voor je patiënt, cliënt of bewoner op dit gebied? In deze blog neem ik je mee naar het kennisgebied veiligheid en bescherming. Ik leg precies uit wat er onder verstaan wordt is en welke mogelijke cliëntproblemen binnen veiligheid en bescherming belangrijk zijn.

Kennisgebieden voor zorgprofessionals zijn belangrijk, omdat het een indeling geeft aan de kennis en specialisatie.

NANDA International heeft dertien verschillende kennisgebieden geformuleerd in een taxonomische structuur. Deze kennisgebieden bestaan uit verschillende onderdelen die een deel van de verpleegkundige werkelijkheid beschrijven.

Verderop in deze blog zal ik je meer vertellen over kennisdomeinen in het algemeen en wat jij er aan hebt als verpleegkundige of verzorgende. Ook laat ik je de ontwikkeling zien door de jaren heen en hoe het beroep verpleegkunde zich heeft zich ontwikkeld. Het kennisgebied veiligheid en bescherming heeft recent een update ondergaan naar aanleiding van de nieuwe editie van de NANDA-I verpleegkundige diagnoses en classificatie 2021-2023. Tot slot geeft ik je de tips van NANDA International als je voor het eerst met een nieuw kennisgebied te maken krijgt.

Het kennisgebied veiligheid en bescherming gaat over vrij zijn van gevaar, lichamelijk letsel of verstoord immuunsysteem, bescherming tegen verlies en bescherming van veiligheid en geborgenheid.

NANDA International (2021)

Wat weten wij over veiligheid en bescherming?

Het kennisgebied veiligheid en bescherming kun je indelen in zes grotere groepen.

De eerste groep is infectie.

Dat is de reactie na een pathogene invasie. Hierbij moet je denken aan iemand die een verhoogde kans heeft op het binnendringen en zich vermenigvuldigen van ziekteverwekkende organismen, zoals iemand met leukopenie, immuunsuppressie, daling van het hemoglobine of bij een invasieve procedure.

De tweede groep is lichamelijk letsel.

Hierbij moet je denken aan fysieke schade in luchtwegen, bloedvaten, huid, weefsel, mond en ogen door bijvoorbeeld aspiratie, verstikking, bloeding shock, decubitus, droogheid, vallen of thermisch letsel.

De derde groep is geweld.

Dat is de uitoefening van excessieve kracht of macht met als oogmerk letsel te veroorzaken of misbruik te plegen. Hierbij moet je denken aan het gevaar voor zelfverminking, suïcide of vrouwelijke genitale verminking en iemand die zichzelf of een ander lichamelijk, emotioneel of seksueel letsel kan toebrengen.

De vierde groep is omgevingsrisico.

Dat zijn bronnen van gevaar in de nabije omgeving. Hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld een vergiftiging, besmetting of arbeidsletsel.

De vijfde groep is verdedigingsprocessen.

Dat zijn processen waarbij het eigen lichaam zichzelf beschermt tegen een lichaamsvreemde stof. Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan allergische reactie op latex, jodiumhoudende contrastmiddelen of andere middelen.

De zesde en laatste groep is de thermoregulatie.

Dat is het fysiologisch proces dat de warmte en de energie in het lichaam regelt ter bescherming van het organisme. Hierbij moet je denken aan hypothermie en hyperthemie, maar ook aan de temperatuurregulatie.

Kennisgebieden en concepten

Als je een nieuw kennisgebied ontdekt, omdat je deze term bijvoorbeeld in deze blog voor het eerst tegenkomt, is het belangrijk om je de concepten uit dit kennisgebied eigen te maken. Dat doe je door je onder andere het volgende af te vragen:

Wat is normaal binnen dit kennisgebied? Wat verwacht je te zien bij een gezonde cliënt. Welke fysiologische, psychologische of sociologische factoren zijn van invloed op deze normale patronen.

Als je de concepten binnen het kennisdomein eenmaal goed beheerst, kun je de afwijkingen van de norm gaan bestuderen.

Hoe zoek je naar afwijkingen. Hoe beoordeel je of dit een afwijking is. Zouden er ook andere gebieden aangedaan kunnen zijn die in relatie staat met de gevonden afwijkingen. Wat voor een zaken zouden een verhoogd risico kunnen veroorzaken op een ongewenste reactie. Welke sterke kanten kunnen worden gebruikt zodat dit gezondheidsgebied verbeterd wordt.

Wat zeggen andere verpleegkundigen over deze verschijnselen en wat voor onderzoeken zijn ernaar gedaan?Zijn er klinische richtlijnen voor je praktijk?

De taxonomie van NANDA International

Een taxonomie is een indeling van de verschillende verpleegkundige diagnoses van NANDA International. Je kan ervoor kiezen de labels (dat is de titel van de verpleegkundige diagnoses) op alfabetische volgorde te zetten. Het gevolg is echter dat je moeilijk kan vinden wat je zoekt. De wetenschap achter deze keuze (om de lijst van verpleegkundige diagnoses niet in alfabetische volgorde te zetten, maar te rubriceren in categorieën) heet een taxonomie.

De taxonomie van NANDA International (NNN taxonomie) kent een lange geschiedenis. Er zijn in de afgelopen 50 jaar drie taxonomieën ontwikkeld. Taxonomie II is momenteel de enige officieel geaccepteerde taxonomie van NANDA International.

Ik ga je meer vertellen over de verschillende taxonomieën. Naast Taxonomie II, ga ook in op taxonomie I en III, omdat ze inzicht geven in het verpleegkundig vakgebied en omdat deze wellicht gebruikt kan worden in jouw praktijk of zorgorganisatie.

Taxonomie I

De allereerste taxonomie van NANDA International is in 1987 gepubliceerd. Deze taxonomie bestond uit negen menselijke reactiepatronen. Dat zijn kiezen, communiceren, uitwisselen, voelen, weten, bewegen, waarnemen, omgaan met en waarderen.

Het werd echter steeds moeilijker om nieuwe diagnoses binnen de structuur van de taxonomie te plaatsen. Termen bleken te abstract en niet passend. Tijdens de NANDA conferenties werden daarom nieuwe indelingen besproken, getest en gepresenteerd. De vier laatste voorstellen bleken eigenlijk allemaal niet passend, maar het raamwerk van functionele gezondheidspatronen van dr. Marjory Gordon bleek het beste uitgangspunt te bieden. Met haar toestemming is er door de Taxonomiecommissie van NANDA International dit raamwerk op enkele plaatsen gewijzigd.

Taxonomie II

De aangepaste versie van Gordon’s Gezondheidspatronen, Taxonomie II, is sinds 2002 de opvolger van Taxonomie I en geaccepteerd door de internationale leden van NANDA International.
Taxonomie II bestaat uit drie lagen: het domein, de klassen en de verpleegkundige diagnoses. Elk domein heeft meerdere klassen, zodat elke klasse een groep verpleegkundige diagnoses met een gemeenschappelijke structuur vormt. Alle domeinen en klassen hebben een definitie. Deze indeling zorgt ervoor dat de diagnoses in de taxonomie voor verpleegkundigen vindbaar zijn.

Taxonomieën zijn een reflectie van de tijd. Ze evalueren en passen zich aan aan het tijdsbeeld. Dit gebeurt om verschillende redenen. We leren altijd meer over onze professionele discipline. Waar wij eerst dachten dat iets binnen één kennisgebied thuishoort, blijkt later dat het nauwkeuriger wordt weergegeven in twee verschillende kennisgebieden.

De huidige taxonomie van verpleegkundige diagnoses (editie 2021-2023) bestaat uit 13 domeinen, 47 klassen en 267 verpleegkundige diagnoses.

Taxonomie III

Dr. Gunn von Krogh uit Noorwegen werkte aan een andere indeling van verpleegkundig diagnoses. In eerdere editie zijn nieuwe verschijnselen worden die voldoen aan menselijke reacties gedefinieerd. Veel verschijnselen pasten niet binnen de bestaande taxonomie. Bovendien zijn theoretische perspectieven veranderd, waardoor professionals om hun kennis vanuit een ander perspectief te bekijken.

Haar voorstel is in 2016 voorgelegd aan de leden van NANDA International. Dit voorstel is niet aangenomen, omdat de meeste leden Taxonomie II toch nog beter herkenbaar vonden. De meningen waren echter verdeeld. De taxonomie van Gunn von Krogh is echter een interessante indeling voor verpleegkundige diagnoses en wordt daarom op dit moment verder wetenschappelijk onderzocht op toepasbaarheid en geschiktheid. Wellicht is deze indeling van verpleegkundige diagnoses prima te gebruiken in jouw instelling? Laat mij weten wat je hier van vind!

Door een taxonomie te gebruiken ben je beter in staat mogelijke verpleegkundige diagnoses vast te stellen, omdat de diagnoses bij elkaar in klassen en domeinen zijn ondergebracht die specifieke kennisgebieden betreffen.

De taxonomie wordt enerzijds gebruikt voor een overzicht van de kennis en het praktijkgebied van het beroep verpleegkunde. Anderzijds is het ordening in structuur zodat verpleegkundigen en verzorgenden de logische verbanden kunnen zien tussen verschillende factoren. Met deze verbanden kunnen ze controle houden en kunnen ze tevens zien wàt ze kunnen beïnvloeden. Daarom biedt de taxonomie ondersteuning in het klinisch redeneren.